80 dagen onderweg (geweest).

In de titi’s bar in Saintes

Een vreemde bedenking misschien maar vandaag schoot me de gedachte te binnen dat de route elke dag in feite hetzelfde, maar elke dag ook compleet anders is. Ik hoop dat je begrijpt wat ik bedoel. 

Daarnaast versta ik coureurs meer dan ooit wanneer ze zeggen dat ze de benen niet hadden. Het leek me altijd een beetje een excuus te zijn om niet te moeten zeggen de andere was beter. Maar neen, Vandaag had ik een tocht van ruim 34 kilometer te verteren en dat ging een pak vlotter dan de 22 van gisteren. 

Onderweg kwam ik een oudere man tegen die dankzij zijn accent prijsgaf dat hij niet van de streek was. Het bleek één van de weinige Britten te zijn die geen hekel heeft aan de Fransen. 😉 Hij spendeert de helft van het jaar in Frankrijk want hij houdt van hun keuken en hun wijn. Fijne mens.

Kort daarna stond er een kleine witte hond in het midden van de straat. Hij was bang van mij en hielp al helemaal niet dat er van de andere kant een motor afkwam. Dat beestje wist niet waar naartoe te lopen. Hij verdween uiteindelijk achter een bocht, en ik zat er natuurlijk mee in dat hij weggelopen was. Ik heb een tijdje geprobeerd iemand zijn aandacht te krijgen in het dorp maar tevergeefs en toen na een tijdje noch mens noch hond te zien waren, ben ik maar verder getrokken. 

De tocht vandaag was lang maar wel best mooi, je loopt bijna continu door bos. Het mag dan ook niet verbazen dat ik twee nieuwe vogels aan mijn lijstje toevoeg vandaag. De staartmees en de gekraagde roodstaart. Ook heb ik moeten vaststellen dat de gaai nu niet bepaald de fraaiste zanger is, of misschien was hij gewoon hees? 

De route nam op een gegeven ogenblik een zwaai naar rechts waardoor je je letterlijk op een golfterrein bevond. Althans je kreeg enkele centimeters naast het golfterrein, enkel daar waren ‘promenadeurs’ welkom. Na de auto in quasi alle steden hier, zijn wandelaars ook voor golfers tweederangsburgers. Zoveel was wel duidelijk. Het leek haast alsof we dankbaar moesten zijn dat we daar ‘mochten’ wandelen. En dat voor mensen die graag zelf apporteren, zeg maar. Je ziet hoeveel ik van golf ken. 😉

Ik slaap vandaag opnieuw in een gite voor pelgrims. Drie stapelbedden waarvan één voor Robbie, de jonge Hongaar die we al eerder hebben ontmoet. Één voor Jacques een Franse zestig plusser die al heel wat ervaring heeft als pelgrim. En de laatste die is voor mij. De andere pelgrims heb ik achter me moeten laten, zij doen deze etappe in twee stukken. 

Daarnet even in twee uur tijd de stad verkend, waarvan een goed half uur in beslag werd genomen door twee jonge zusters die een gesprek met mij en Jacques hebben aangeknoopt over het geloof. En tot slot heb ik in Titi’s bar een pelgrims menu gegeten. En ja, ik ben er me heel bewust van hoe dat klinkt, maar nee het was niet zo’n soort bar.

Eén reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *