80 dagen onderweg (geweest).

Met dank aan Bella!

Kwart na zes, Ostabat. Een boer brengt zijn prachtige koebeesten naar het veld. De bellen rond de nek luiden zachtjes, maar dat stoort verder niemand. Wanneer Bella naast het 12e eeuwse voormalige ziekenhuis voor pelgrims passeert, grinnikt ze naar haar vriendinnen. Zij had een stout plannetje. “Zie je dat open raam daar?” vroeg ze aan haar vriendinnen. (Dat open raam was overigens niet mijn idee, waarvoor dank Joseph.) “Meuuuuuh.” Gevolgd door een tweede “moeeeeh”. Daarna gaf geen enkel dier nog een kik, maar ik was wakker. Het kwaad was geschied. En Bella, ik neem het je niet kwalijk, maar ik ben wel één van de goede hé. Ik eet geen dieren. 😉 Misschien kan je daar de volgende keer wel rekening mee houden? 

Het was hier vrij koud vannacht. Ik heb niet het gevoel dat ik hier geweldig heb geslapen, maar ik kan er wel terug tegenaan. Geen zorgen, het is tijd om eens te gaan zien wat Saint-Jean-Pied-de-Port nu precies inhoudt. 

Deze morgen was het een beetje vreemd toen Arno, de eigenaar, plots in mijn kamer stond. Allez ja, ‘mijn kamer’ eigenlijk was het een slaapzaal en de deur stond open met het licht aan, maar toch een beetje eigenaardig. Hij vroeg of ik goed geslapen had en vertelde dat hij zelf maar zo zo had geslapen, wenste me een goedemorgen en een goede route en vertrok weer.

Het voordeel is dan wel dat de bergen nog maar net wakker gekust werden door een frisse ochtendzon en toch was deze pelgrim al de baan op. Het thuisfront zou me moeten bezig zien … 

Zopas kwam ik een pelgrim tegen die met haar handen in de zakken een brede glimlach aan het wandelen was. Ik sprak haar er over aan en zei dat ik genoot van hoe zij aan het genieten was. Ze glunderde toen ik dat zei en ze bevestigde het wel, maar gaf ook aan dat ze ergens wel ook emotioneel was. Ze probeerde nu echt op haar gemak te wandelen en alles in te nemen want was haar mijn laatste dag. Daarna heb ik de rest van de dag met haar en een Duitse Marieke gewandeld. Was best een gezellige boel. Het is echt anders met iemand wandelen. Je vreet kilometers zonder het goed te beseffen.

Dat is trouwens iets wat ik hier wel vaker heb gehoord, dat Fransen de route doen tot aan Saint-Jean-Pied-de-Port. Een stad die voor velen het eind en voor velen het begin is. Celine, de Française voor wie het verhaal vandaag eindigde, gaat zeker nog verder gaan, maar nu had ze geen tijd meer.

Vanavond slaap ik in een huis dat gedoneerd werd na haar dood, door een dame met als vereiste dat het gebruikt zou worden voor pelgrims. Ik at heerlijk, dronk, en we zongen met zijn allen onder andere Champs-Élysées. Onder leiding van een sympathiek pasgetrouwd Sloveens koppel dat de strofes bracht in een Sloveense versie. Een gezellige meertalige warboel. En dit is nog maar dag één van de Frances. Maar het is tien uur. Ik moet in bed. Morgen vroeg op om die berg te beklimmen. Blijkbaar regent het daar vaak … dus dat belooft.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *