80 dagen onderweg (geweest).

Na 1000 km kwam ik aan in de wildernis.

Nadat ik vannacht enkele onvrijwillige bloeddonaties had gemaakt, zodat de lokale muggenpopulatie geen honger zou lijden, moest ik vandaag onderweg ook nog knokken met enkele dazen die mij ook bekeken als een wandelende bloedbank. Maar daar heb ik dus helemaal geen zin in, dus heb ik teruggevochten. Ik begrijp wel al een beetje wat Bruno bedoelde met dat het gaat vervelen. Je loopt letterlijk op een soort van stof- en kiezelboulevard met links en rechts van je sparren. Die overigens amper voor schaduw zorgen. Ik was ongelofelijk blij dat het vandaag nu geen broeierige dag is. Het was 21°C en de zon zat op de meest open plekken, gelukkig verstopt achter het wolkendek. Waarvoor dank, weergoden. Want het was zo al lastig genoeg. We zijn vandaag gestart met het overmeesteren van Les Landes. Je weet wel dat stuk onder Bordeaux waarvan ander pelgrims me vertelden dat je het misschien beter overslaat. 😉

Vandaag had ik op zich de benen wel, maar niet echt de voeten voor de tocht. Gisterenavond had ik gezien dat de blaren vandaag helemaal uitgedroogd en hard waren geworden. De huid was dood en stond ‘open’. Dus heb ik om niet weer met een nieuwe plaats van wrijving te hebben, wat van die dode huid afgedaan. Met als gevolg dat er nu op de plaats van die blaren een mooi fris jong biggetjesroze huid te zien is, maar dat babyvelletje besefte blijkbaar nog niet echt wat er nog te wachten stond. Want het is nu wel echt een gevoelig plekje. Ik dacht sowieso dat mijn voeten aan het afzien waren, maar die zagen er eigenlijk best ok uit toen ik vandaag na 33 kilometer aankwam op de gîte. Ik eindig vandaag weer met meer dan 37 op de teller want, het was nog twee kilometer heen én twee kilometer terug naar de winkel.

Vandaag was het een beetje als een strijd tussen twee kampen. Mijn batterypack, mijn benen, het wolkendek, de wind aan de ene handlangers kant en de zon, de kilometers lange rechte wegen, Apple Maps, de compostela bewegwijzering en mijn voeten aan de andere kant. Want nadat ik een aanduiding niet had gezien, bevond ik me plots niet meer op de juiste route. En dan niet één maar twee keer vandaag. Op zich met uitzondering van het feit dat het vooral private wegen waren, viel het de eerste keer nog wel mee. Maar de twee keer, sorry Apple, maar dit kan je echt geen weg meer noemen. Zelfs niet met de beste wil, doe beter. 

Hoe dan ook ik vond een weg uit het bos, en stond plots in de tuin van een man die zijn gras aan het afrijden was. Hij vond de hele situatie best grappig en wenste me: “bon chemin.” Toffe mens. Vandaag slapen we met 8 pelgrims in twee kamers. De gîte zit vol. Het begint hier in Les Landes al wat drukker te worden. Het is ook “maar” een goeie 200 kilometer meer tot aan Saint-Jean-Pied-De-Port. Waar de Camino gekte echt begint. Ik zit dus al zeker over de helft. Waardoor ik vanaf nu kilometers kan beginnen aftellen in plaats van op te tellen. 1000 km al, Wat een tocht is dit eigenlijk al geweest tot dusver … en toch nog steeds duiken er soms blaren. Jacques, die ik eerder al in Saintes tegenkwam, heeft zopas mijn voet aangevallen met naald, draad en isobetadine. 😉

2 reacties

  1. Naald en draad en ontsmetting zijn hoe dan ook de beste manier om blaren te bestrijden. Deden we altijd op de Joepies en de Sjotos. Alleen zorgen dat de draad zelf niet kan opzwellen want anders werkt het zelfs averechts. Doe zo voort, broere.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *