80 dagen onderweg (geweest).

Mijn vriend Georges!

Het begint stilletjes aan een gewoonte te worden. En dan heb ik het over het wandelen, ja, maar zeker ook over geen slaapplaats vinden. Elisabeth belde me zopas dat het haar niet gelukt is om iets te vinden in Mantes-La-Jolie, maar ze gaf me wel de raad om even naar het collegiale te gaan. Dat ze vast wel iets kunnen regelen voor me. 

Hoe dan ook als zelfs de lokale bevolking in de vereniging voor Compostela geen slaapplaats kan vinden, dan verbaast het je vast niet dat mijn advies is: sla dit stuk van de route maar gewoon over. Ga direct naar een officieel vertrekpunt bij voorkeur Le Puy, maar Vezelay zou ook een goede optie zijn.

Mijn slaapplaats vandaag bevindt zich dus op 55 kilometer van Beauvais waar ik gisteren was. Weet dat ik tig locaties heb geprobeerd, dat Elisabeth heeft proberen te helpen en dat Astrid van thuis uit ook haar stinkende best heeft gedaan. Het is nu maar zo. 

Maar 55 kilometer … dat betekent dus uiteraard dat het weer behelpen was. Ik had het plan om een kilometer of 20 met de bus te nemen en dan een dikke dertig te stappen, maar ik zocht online en een verbinding was moeilijk naar waar ik heen wou. Dus plan b, en die bestond uit: duimpje omhoog langs de kant van de weg. 

En dat heb ik dus ook gedaan. Een stuk uit Beauvais in de juiste richting gewandeld en dan op de juiste weg gelift. Op zich ging dat vrij vlot. Na enkele minuten al stopte er een gammel wit bestelwagentje waarin een gezette norse en vriendelijke tegelijkertijd oudere vrachtwagenchauffeur zat. Hij vroeg waar wil je heen en ik antwoorde “Gisors”. Daar moest Georges niet naartoe maar hij zou me een stuk verder terug afzetten. En onder het motto alle beetjes helpen, sprong ik in dat gammele wagentje. 

Terwijl hij reed, raakten we in gesprek. Op een gegeven ogenblik vroeg hij hij mijn eindbestemming. Waarop ‘vriendelijknorse’ Georges zei: jij moet niet richting Gisors, ik ga je wel helpen. En hij reed verder tot we aan een bedrijventerrein kwamen en hij met een druk op de knop een zware metalen poort open liet gaan. Hij reed op het terrein en zei me: wacht hier, ik moet een vrachtwagen oppikken, en we kunnen dan daarmee verder. En ik wachtte en wachtte. 5 minuten – de poort ging dicht – 10 minuten, 15 minuten, 20 minuten de tijd tikte verder en ondertussen begon er heel wat in mijn hoofd spoken. We waren op een bedrijventerrein en in feite zat ik opgesloten. Nu ik voelde me niet per sé onveilig want overal rond dat terrein waren er tal van andere mensen aan het werken. Maar ken je dat, dat stemmetje … Toen na bijna een 25 minuten wachten een auto opreed, ging ik naar de auto toe en vroeg ik: “ken je Georges?” Dat bleek zijn vader te zijn. Ik legde mijn situatie uit en zei dat ik niet langer tot last wou zijn. Ik vroeg hem zijn vader te bedanken en vertrok nu de poort nog open stond. 

Een dikke tien minuten later, was ik een kilometer verderop in een kleine gehuchtje aan het wandelen tot plots een vrachtwagen luid achter me zijn hoorn liet klinken. Meermaals. Ik draaide me om en keek ik de ogen van de nu nog norsere ‘norsvriendelijke’ man. Hij signaleerde dat ik moest instappen en ik deed dat ook. Hij gaf me een lezing dat hij toch gezegd had dat hij me zou helpen en een vrachtwagen moest oppikken. Dat het niet zo netjes was om gewoon weg te lopen. En ik, braafjes, legde uit dat het leek alsof hij het druk had en ik zei ook gewoon eerlijk dat ik me wat druk begon te maken. Uiteindelijk hebben we nog wat verder gepraat. Georges begreep het concept van een camino niet. “Ik heb daar geen tijd voor,” zei hij, “heb jij niets te doen misschien?” Ah, dat was de Georges zoals ik hem het laatste uur heb leren kennen. Hij vertelde verhalen van zijn dagen als truckchauffeur, maar nu werken er mensen voor hem. Eigenlijk een goeie mens, hoor, de Georges. 

Uiteindelijk zette hij me af aan een dorpje zo’n tien kilometer van waar ik gezegd had waar ik moest zijn. Hij begreep ook niet waarom ik per sé nog wou wandelen. Georges had me echt voor de deur afgezet, zeker weten.

Maar dan komt nu de kers op de taart. Ik was oprecht verkeerd. Ik had gezegd tegen mijn nieuwe goede vriend dat ik in dorp x moest zijn, maar dat kwam doordat we gisteren zoveel locaties hebben gecontacteerd. George had me zeker een stuk dichter gebracht hadden we dat geweten want het waren geen tien kilometers meer naar mijn slaapplaats maar eerder 25. Dus die kwamen bovenop de 9 die ik al gedaan had voor ik gelift had en dus eindigde ik zo met 34 kilometers op de teller vandaag. Een pittig dagje, zeker, maar morgen hoef ik er daardoor wel niet zo veel meer kilometers te vreten tot in Mantes-La-Jolie. Overigens wat een mooie route weer vandaag. Ik liep in bossen en tussen velden van koolzaad, waar je echt niets anders hoorde dan het geluid van de vogels en kabbelende beekjes. Dat is echt zeldzaam bij mij thuis. Je hoort bijna altijd wel minstens auto’s voorbij rijden, of een autosnelweg in de verte … 

Onderweg passeerde ik een stadje genaamd Magny-en-Vexin. Ik passeerde torenhoge heren- en landhuizen. De weelde kon niet op precies. Dat valt me sowieso wel op dat deze regio een rijke regio moet geweest zijn, want overal tot in het kleinste dorpje toe zie je prachtige landhuizen. Sommige al iets meer in verval dan andere maar toch. Bijzonder. Ik geloof dat ze hier in het noorden gemiddeld precies toch een iets grotere ecologische voetafdruk zullen hebben dan de gemiddelde Vlaming. Althans zeker dan de meeste mensen in mijn leefwereld. Je weet dat je in Frankrijk bent overigens als zelfs de vuilnisbakken in Magny-en-Vexin ruiken naar rode wijn. 

Ik ben uiteindelijk quasi al sloffend aangekomen op mijn Airbnb slaapplaats. Super gastvrije mensen, ik slaap in een kamer in hun huis, maar ze waren niet thuis. De sleutel lag ergens verstopt en ik mocht doen alsof ik thuis was. Opnieuw dat vertrouwen dat ik toch wel fantastisch vind. De beentjes en de rug voelde wel vermoeid aan maar ok. Maar het lichaam blijft wel een vervelend beestje. Het is niet goed als je teveel ligt of zit want dan krijg je “doorligwonden”. Maar als je teveel beweegt, dan ligt je huid open van de wrijving. Tja, weer eens wat je wil he. Iemand tips wat hier goed tegen werkt? Ik hoor het graag, want het is wel irritant, die irritatie.

Tot slot nog dit, het is vaak zo dat wanneer er in een verhaal een nieuw personage wordt geïntroduceerd, er afscheid genomen wordt van een ander. Wel. Ergens tussen na Croixrault kwam de mighty stok erbij maar namen we afscheid van mijn goeie ouwe bril. Waar je ook bent, je was een goede bril. Maar echt missen zal ik je niet. 😂

Sorry voor de lange tekst, maar mijn vriend Georges kon ik jullie moeilijk onthouden hé. 

5 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *